Na de grote vakantie zou ik naar school gaan. Op een mooie zomerdag in 1957, ’s avonds na werktijd, nam mijn pa me mee naar de Poelstraat, om me te laten inschrijven aan de kleuterschool, die daar werd gerund door de Zusters van de Heilige Juliana van Falconeri oftewel, in de volksmond, de Juliaantjes. We werden vriendelijk ontvangen door zuster Leny. Nadat ze mijn pokkenbriefje had gecontroleerd werd ik, heel plechtig en officieel, met vulpen bijgeschreven in het grote leerlingenboek.
Op mijn eerste schooldag bracht mijn moeder me tot aan de deur van het klaslokaal. Met een “Goed naar de juffrouw luisteren!” werd ik toevertrouwd aan de zorgen van juffrouw Ria. Mama vertrok vlug weer naar huis, want mijn twee jongere zusjes waren even bij een buurvrouw geparkeerd. Voor andere moeders had het afscheid meer voeten in de aarde. Ze hadden het moeilijk om hun oogappel voor het eerst op school achter te laten. Menige moedertraan werd geplengd. En dat werkte aanstekelijk. Van lieverlee barstten veel van mijn klasgenootjes ook in huilen uit.
Toen juffrouw Ria eenmaal alle moeders de deur had uitgewerkt, keerde de rust snel weer. Ze vertelde het sprookje van Sneeuwwitje. Dat kende ik allang, maar dat was niet erg. Het was iets vertrouwds. Ik voelde me meteen op mijn gemak. Daarbij had ik wel in de gaten, dat juffrouw Ria ons een afgezwakte versie van Sneeuwwitje voorschotelde. In het oude sprookjesboek, waaruit mijn opa altijd voorlas, werden de moordpogingen van de stiefmoeder veel smeuïger uit de doeken gedaan.
Al mijn verdere schooldagen wandelde ik steeds naar de kleuterschool samen met ons buurmeisje Mimi. Die was een stuk ouder. Ze zat op de ‘grote school’ die ook in de Poelstraat was gevestigd. Totdat ze zelf naar de mulo ging, heeft ze ook mijn zusjes naar de kleuterschool begeleid. Als beloning bakte mijn moeder elk jaar een taart voor Mimi’s verjaardag.
Het contact tussen de kleuterschool en de ouders verliep op een heerlijk simpele manier. Berichten en mededelingen werden, handgeschreven of in paarse inkt gehectografeerd, op een klein stukje papier gezet. Aan het einde van de schooldag kregen wij die papiertjes door de zuster of de juffrouw met een veiligheidsspeld op de blouse of trui gestoken.
Wanneer het weer tijd was voor de betaling van de ouderbijdrage, dan kregen wij op school een klein beursje aan een koordje om de nek gehangen. Daarin stak een briefje waarop het gewenste bedrag stond genoteerd. Die portemonneetjes waren vast en zeker een stukje huisvlijt uit het zusterklooster.
Zo zetten wij de eerste stapjes in onze schoolcarrière.
De kleuterschool aan de Poelstraat is niet meer. Per 1 januari 1959 werd de Poelstraat omgedoopt tot Tafelbergstraat. In 1985, bij de invoering van de basisschool, werd de kleuterschool samengevoegd met de lagere school. Maar ook die nieuwe basisschool, Het Korenveld, is intussen uit de straat verdwenen. Terwijl ik dit opschrijf, raak ik bevangen door een oorwurm: “Ik was een kind, hoe kon ik weten, dat ’t voorgoed voorbij zou gaan.”
Peter van Iersel
28 maart 2025