← Terug


Mambo

Papa loves mambo
Mama loves mambo
Don’t let her rumba and don’t let her samba
Cause papa loves mambo tonight (ooh!)

Dit liedje, in 1954 door Perry Como op de plaat gezet, hoort bij mijn vroegste herinneringen. Perry Como haakte in op de toen heersende mambogekte. Hij gebruikte daarbij ook de kreten (oeh!) waarmee Pérez Prado, de koning van de mambo, zijn orkest aanvuurde. Nog geen drie jaar oud, stond ik bij de radio vrolijk mee te zingen. Een tante die dat toevallig zag, wilde dat ik het voor haar nog eens zou overdoen. “Toe Peter, doe nog eens oeh!” Ik liet me niet dwingen om, als een aapje, op commando een kunstje te doen. Dat hield ik stug vol, hoe lang ze ook aandrong. Het klinkt misschien vreemd, maar de verstandhouding met die tante is voor mij altijd moeizaam gebleven.

Afbeelding

Als we het over aapjes hebben, die zaten in een kast, in de winkel van Vroom & Dreesmann aan de Heuvelstraat. Daar stond een Bimbo-Box met een aapjesorkest dat begon te spelen als je er een muntje instak. Bij het woord ‘bimbo’ denk je tegenwoordig aan een dom blondje, maar hier zal het nog ouderwets bedoeld zijn als afkorting van het Italiaanse ‘bambino’. Kindervermaak dus, meeliftend op de populariteit van de Latijns-Amerikaanse muziek. Het aapjesorkest speelde de mambo. Na verloop van jaren werden de pittige muziekjes helaas vervangen door schijnbaar willekeurige andere plaatjes. Het gezapige tempo van die nieuwe muziek kwam niet overeen met de geestdriftige bewegingen van de aapjes. De magie was verbroken.

Voor de mambo is ook een rol weggelegd in de musical West Side Story. Om de verfilming uit 1961 te kunnen zien, moest ik doen alsof ik veertien jaar oud was. Dat leugentje pleegde ik aan de Veldhovenring, in wat toen nog de bioscoop Noorderlicht was. Later werd dit, let op de spelling, het poppodium Noorderligt, dat uiteindelijk is opgegaan in 013. Als in de musical alle remmen losgaan, bij het dansfeest in de gymzaal, dan is dat op de tonen van de mambo. Daar begint dan ook de onmogelijke liefde tussen Tony en Maria. Toen aan het einde van de voorstelling de lichten weer aangingen, moesten er eerst tranen worden gedroogd en neuzen worden gesnoten voordat het publiek de zaal kon verlaten.

Op mijn vijftiende jaar vond ik, nog te jong voor ploegendienst in de Tilburgse textielfabrieken, een vakantiebaantje bij De Efteling. Een van mijn taken daar was het bedienen van de oude jeepmolen. Tot mijn grote plezier speelde het draaiorgel in die jeepmolen, als een echo uit het verleden, het nummer ‘Mambo Jambo’ van Pérez Prado. De officiële titel van dat stuk is ‘Qué Rico el Mambo’ oftewel ‘Wat heerlijk die mambo’!

Peter van Iersel
27 mei 2024


← Terug