← Terug


Reservebelg

“Als de Belgen op zijn, hebben we jullie nog. De Brabanders zijn onze reservebelgen.”

Telkens wanneer iemand van boven de rivieren dit beweert, voel ik me dubbel aangesproken. Ja, ik ben Brabander, maar er stroomt ook Belgisch bloed door mijn aderen. Vanuit onze wijk fiets je in een half uur naar de grens bij Nieuwkerk. Ik zal hier niet de enige zijn met een Belgische voorouder.

Afbeelding

Zo’n honderd jaar geleden maakte mijn opa, Frans Versteden, dit portret van zijn schoonouders. Bijna niemand had een camera. Voor een foto ging je naar de studio van een fotograaf, netjes opgedoft en in je zondagse kleren. Daarom is deze opname bijzonder. Dit zijn mijn overgrootouders, zonder franje, in schort en hemdsmouwen.

Mijn Belgische overgrootvader werd geboren in Poppel. Hij werkte voor een houthandel en reisde overal heen waar bossen moesten worden gekapt. Zo leerde hij mijn overgrootmoeder kennen. Die kwam van Westervoort bij Arnhem. Uiteindelijk streken ze met hun gezin neer in Tilburg. Niemand maakte zich erg druk om de dubbele nationaliteit, totdat een broer van mijn oma dreigde te worden opgeroepen voor de Belgische legerdienst. Dat was in de aanloop naar de Eerste Wereldoorlog. Tienduizenden Belgische soldaten zouden omkomen in de loopgraven. Nederland bleef buiten de strijd.

Door de nabijheid van de grens zijn we hier, beter dan in de Randstad, vertrouwd met de Belgische variant van de Nederlandse taal. Bij het begin van de televisie, in de jaren vijftig, moesten ze het in de Randstad doen met één zender. Wij hadden er meteen drie. Je kon hier behalve Nederland ook de Vlaamse en de Franse zender uit België ontvangen. Als kinderen keken we dus niet alleen naar Dappere Dodo en Tante Hannie, maar ook naar Nonkel Bob en Tante Ria. In het Belgische kinderuurtje bracht Pats’ Poppenspel verhalen van Suske en Wiske die, net als de oude stripboeken, helemaal in het Vlaams waren. Zo kregen wij het Belgisch-Nederlands met de paplepel ingegoten.

Daar doe je dan later je voordeel mee. Bij werkbesprekingen in België heb ik jarenlang als tolk gediend voor mijn toenmalige chef, een rasechte Amsterdammer. Dan kon ik hem bijvoorbeeld vertellen dat met ‘de amortisatie van de clarks’ gewoon ‘de afschrijving van de vorkheftrucks’ wordt bedoeld. Wie zei ook alweer dat Nederland en Vlaanderen worden gescheiden door een gemeenschappelijke taal?

Tot slot nog een hint van deze reservebelg voor alle lezers uit de Randstad. Vraag in België nooit om een ‘patat’ als je ‘patates frites’ bestelt. Een ‘patat’ is natuurlijk een aardappel, maar ook, zoals jullie dat zeggen, een knal voor je kanis.

Peter van Iersel
13 november 2023


← Terug