← Terug


Toeteren

Mijn opa speelde bariton in harmonie Sint Antonius. Hij liet het mij ook proberen. Omdat ik al meteen een hoop herrie wist te maken, werden we door oma naar de bijkeuken verbannen. Daar kon ik mijn gang gaan.

Afbeelding

De harmonie gaf soms een uitvoering in de muziekkiosk op het Korvelplein. Die stond daar in het park, dat toen groter was dan nu. Het was een belevenis om op zo’n zondagmiddag naar mijn opa te gaan luisteren. Gewend als je was om muziek alleen uit de de luidspreker van een radio te horen, werd je compleet van de sokken geblazen door de klank van een levend orkest.

De muziekkiosk is verdwenen, tijden veranderen. Ook opgedoekt is het gemeentelijke urinoir, dat verderop stond, in de richting van de Oerlesestraat, voor de fabrikantenwoning van wollenstoffenfabriek Van Dooren & Dams. Als op warme dagen de ammoniakgeur de bewoners van de fabrikantenwoning teveel werd, dan kreeg de portier de opdracht om met een paar emmers chloor de straat over te steken, naar het park, om ze daar in het urinoir uit te gieten. Veel helpen deed het niet. De wollenstoffenfabrikanten waren duidelijk het tijdperk van de kruikenzeiker ontgroeid. De benodigde ammonia werd inmiddels aangekocht bij de chemicaliënhandel, in van die grote mandflessen.

Aan de andere kant van het park, ter hoogte van de Korenbloemstraat, werd aan het begin van de jaren zestig een waterput geslagen. Er kwam een hele stellage aan te pas om de buizen de grond in te drijven. Het leek wel alsof er naar olie werd geboord. We zaten middenin de koude oorlog. Zulke waterputten werden aangelegd voor wanneer de drinkwatervoorziening zou uitvallen. In de tweede wereldoorlog was het pompstation van de Tilburgse waterleiding gespaard voor grote schade, ondanks de locatie aan de Gilzerbaan, dicht bij de vliegbasis. Als kind speelden we in de bossen bij het pompstation in de vele bomkraters die daar waren achtergebleven. Het hout uit die bossen vernielde zagen, door de bomscherven die in de boomstammen waren ingeslagen. En bij een nieuwe oorlog moesten we rekening houden met nucleaire fall-out. Als tienjarig jongetje wist ik al dat het foute boel was, als we die waterput ooit nodig zouden hebben.

De banken op het Korvelplein waren, ook destijds al, een plek voor verschoppelingen. Regelmatig trof je er spiritusdrinkers, de junkies van de jaren vijftig. Het leek wel of de huid van deze mannen geleidelijk de kleur kreeg van het dodelijke blauwe spul dat ze dronken. In hun roes waren ze tot weinig in staat. Sommige jongens uit mijn klas vonden het stoer om ze te treiteren. Thuis kreeg ik te horen dat ik ze met rust moest laten en bij ze uit de buurt moest blijven. Eigenlijk was het heel effectieve voorlichting over de gevaren van verslaving. Aanschouwelijk onderwijs, zogezegd.

Peter van Iersel
6 september 2021


← Terug