← Terug


Ranja

Afbeelding

Tussen al het virus-nieuws struikelde ik over het bericht dat onze Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst van plan is om te gaan verhuizen. Vertrekt de GGD zo snel al weer uit het nieuwe gebouw aan de Ringbaan West? Dat valt wel mee. Ze zitten er al ruim een halve eeuw. Het gebouw is in werkelijkheid niet nieuw meer, maar in mijn hoofd nog wel.

Eigenlijk ben ik steeds het jongetje gebleven dat bij de oude GGD, in de Schoolstraat, zijn zwem-abonnement ging afhalen. Ik heb er wat rimpels en grijze haren bijgekregen, maar ben verder dezelfde. Alleen de wereld om me heen verandert, alsof je midden in een film staat die versneld wordt afgespeeld.

Dat zwem-abonnement was trouwens voor het nieuwe openluchtbad aan de Zouavenlaan. Dat is intussen al tientallen jaren gedempt. En zo kan ik nog wel even doorgaan. Het nieuwe politiebureau aan de Noordhoekring? Van de aardbodem verdwenen. Het nieuwe postkantoor aan de Spoorlaan? Al lang geen postkantoor meer. Het nieuwe stadskantoor? De gevelplaten zitten nog niet vast of de Zwarte Doos wordt alweer gestript. De tijdelijke huisvesting van het stadskantoor op de hoek van de Spoorlaan en de Gasthuisring? Ook dit nieuwe gebouw schudt zijn gevelbekleding af. En dan zwijg ik nog over de vele kerken die werden gebouwd en weer gesloopt. Ik woon op de plek waar zo’n modern kerkgebouw heeft gestaan.

Voordat de GGD naar de Ringbaan West kwam, werd dat terrein gebruikt door rondreizende circussen. Ik kan me het Duitse Zirkus Krone nog herinneren. Al had je geen geld voor een kaartje, dan was er toch volop te bekijken. Het opslaan van de grote tent, de aankomst van de dieren, het oefenen van de artiesten. Na schooltijd hing er steeds een hele groep kinderen rond het circusterrein. Zo ook een buurjongen van een paar huizen verder. Die was al wat ouder, een jaar of zestien, schat ik. Hij ging als hulpje meewerken en is met het circus verder gereisd. Toen hij uiteindelijk weer thuiskwam, bruin en gespierd door het zware werk in de buitenlucht, had hij, ongewoon in die tijd, een tatoeage op zijn arm. Heel stoer, maar zijn moeder was niet blij.

In 1966 streek circus Toni Boltini neer op het GGD-terrein. Zoals gebruikelijk hield het circus een parade door de wijk. Olifanten in de Thomas van Kempenstraat, gevolgd door clowns met blik en veger om de moppen op te ruimen. Van ons bij elkaar geschraapte spaargeld kochten mijn schoolvrienden en ik kaartjes voor de middagvoorstelling. Tussen de acrobaten, clowns, paarden, olifanten, leeuwen en tijgers traden ook Rob de Nijs en Johnny Lion op, met een live begeleidingsband. In het publiek zaten honderden uitzinnig gillende meisjes. Johnny Lion had kort daarvoor een gouden plaat verdiend met “Sophietje”. De band hoefde maar de intro te spelen en iedereen zong: “Zij dronk ranja met een rietje, mijn Sophietje, op een Amsterdams terras…”.

Peter van Iersel
23 maart 2020


← Terug